Een zeer breed werkgebied

Zaken die in forensisch onderzoek worden onderzocht zijn lichaamsvloeistoffen, botten, haar, voetafdrukken, vingerafdrukken, verf en kledingfragmenten. Deze kunnen vervolgens gebruikt worden voor het identificeren van de dader(s) van het misdrijf. DNA-analyse is een belangrijke techniek voor het bewijzen van een misdaad van een verdachte. Biomechanische ingenieurs en ballistiekdeskundigen kunnen ook worden betrokken bij het bepalen hoe een misdaad werd uitgevoerd en het bewijs af te stemmen op bepaalde wapens.

In het geval van overlijden, kan een patholoog, forensisch tandheelkundige en/of toxicoloog ingeschakeld worden om het lichaam te onderzoeken en de doodsoorzaak vast te stellen. Daarnaast wordt er soms gebruik gemaakt van extra specialisten zoals entomologen en botanici om de plaats en tijd van overlijden te verduidelijken met behulp van pollen, grassen en/of insecten die over zijn gebleven op het lichaam en/of de kleding. Als laatste kunnen er ook nog psychologen en psychiaters aan te pas komen om het profiel van de dader vast te stellen die in staat zou zijn om een specifieke misdaad uit te voeren.

Afhankelijk van het doeleinde, kunnen er ontzettend veel verschillende microscopen gebruikt worden bij forensisch onderzoek. Voorbeelden van microscopen zijn polarisatiemicroscopen die gebruikt kunnen worden om de verscheidenheid aan monsters zoals aarde, natuurlijke en synthetische vezels te karakteriseren. Oppervlakte eigenschappen kunnen bekeken worden met een stereomicroscoop, DIC en andere fase-contrast-technieken. Verf-fragmenten kunnen bekeken worden met helderveld, fluorescentie en/of gepolariseerd licht. Daarnaast zijn fluorescentiemicroscopen ook een essentieel onderdeel voor de behandeling van pathologische monsters. Ook wordt er vaak gebruik gemaakt van digitale beeldbewerking voor het documenteren en kwantificeren van bevindingen (bijvoorbeeld met beeldanalyse-software).